NJ 2015/456
Pensioenrecht. Beëindiging vroegpensioen- en vutregelingen; aanbod deelname in vervangende regeling; informatieplicht ex art. 17 Pensioen- en Spaarfondsenwet (oud); zorgplicht bedrijfstakpensioenfonds.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/02904
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Noot
Red. Aant.
- Roepnaam
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid/Bakel
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110656:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3229, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑05‑2014
- Wetingang
Art. 17 Pensioen- en Spaarfondsenwet (oud)
Essentie
Pensioenrecht. Beëindiging vroegpensioen- en vutregelingen; aanbod deelname in vervangende regeling; informatieplicht ex art. 17 Pensioen- en Spaarfondsenwet (oud); zorgplicht bedrijfstakpensioenfonds.
Het oordeel van het hof dat op (de rechtsvoorgangers van) het bedrijfstakpensioenfonds de in HR 8 februari 2013, NJ 2013/106 bedoelde zorgplicht rustte ten aanzien van de kennisgeving van de beëindiging van de vroegpensioenregeling en de daarmee samenhangende VUT-regeling, alsmede ten aanzien van de kennisgeving van het aanbod houdende een vervangende voorziening, steunt kennelijk mede op het ook aan art. 17 PSW (oud) ten grondslag liggende uitgangspunt dat uitvoerende instanties van ...