NJB 2023/2134
Nederlanderschap. Gehuwde vrouw. Eenheid van nationaliteit binnen het huwelijk. Tot 1964 bepaalde de Wet op het Nederlanderschap en Ingezetenschap (oud) dat een gehuwde vrouw in bepaalde gevallen het Nederlanderschap verloor. Hoge Raad: Art. 5 WNI (oud) heeft geen betrekking op de situatie waarin een vrouw met de Nederlandse nationaliteit reeds ten tijde van het aangaan van het huwelijk ook de nationaliteit bezit die haar buitenlandse echtgenoot eveneens bezit.
HR 08-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1163
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 september 2023
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/03718
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1163, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:492, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2022
- Wetingang
(art. 5 WNI (oud))
Essentie
Nederlanderschap. Gehuwde vrouw. Eenheid van nationaliteit binnen het huwelijk. Tot 1964 bepaalde de Wet op het Nederlanderschap en Ingezetenschap (oud) dat een gehuwde vrouw in bepaalde gevallen het Nederlanderschap verloor. Hoge Raad: Art. 5 WNI (oud) heeft geen betrekking op de situatie waarin een vrouw met de Nederlandse nationaliteit reeds ten tijde van het aangaan van het huwelijk ook de nationaliteit bezit die haar buitenlandse echtgenoot eveneens bezit.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden, adv. mr. S.M. Kingma, vs. de dochters, adv. mr. M.E. Bruning.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 1922 is de moeder in Nederland geboren. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.