V-N 2013/15.12:Nederland mag over vrijgevallen vervangingsreserve heffen, ook bij werkelijke leiding lichaam in Luxemburg

V-N 2013/15.12

Nederland mag over vrijgevallen vervangingsreserve heffen, ook bij werkelijke leiding lichaam in Luxemburg

Documentgegevens:

HR 22-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX6710, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 22 maart 2013
Magistraten: Overgaauw, Lourens, Bavinck, Van Loon, Fierstra
Zaaknummer: 11/05599
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: BX6710
JCDI: JCDI:ADS23944:1
Vakgebied(en): Vennootschapsbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2013:BX6710, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BX6710, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2012
Wetingang: art. 3.54 Wet IB 2001; art. 8 Wet VPB 1969; art. 14 Wet IB 1964

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende X bv verkoopt in 1998 en 1999 twee in Nederland gelegen panden. De boekwinst brengt zij onder in een vervangingsreserve. Voor het jaar 2001 vormt X bv voor het bedrag van de vervangingsreserve een agioreserve. De inspecteur legt in verband daarmee een VPB-navorderingsaanslag 2001 op, omdat het vervangingsvoornemen volgens hem in 2001 is vervallen. X bv stelt dat er geen sprake is van een nieuw feit. Hof ’s-Gravenhage oordeelt dat de vervangingsreserve op grond van de foutenleer in 2001 tot de winst van X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.