RvdW 2015/49
Ontvankelijkheid benadeelde partij na beslissing civiele rechter over de vordering; kostenveroordeling.
HR 02-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3490
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/05511
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3490, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑08‑2013
- Wetingang
Essentie
1. De benadeelde partij heeft zich niet alleen in het strafgeding gevoegd, maar ook schadevergoeding gevorderd bij de civiele rechter. Nu de civiele rechter bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis over de vordering heeft beslist door deze gedeeltelijk toe te wijzen en gedeeltelijk af te wijzen, heeft de benadeelde partij geen belang bij haar vordering in het strafgeding. Indien de benadeelde partij het niet eens is met de beslissing van de civiele rechter kan zij daartegen hoger beroep instellen.
2. Ook indien de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard in haar vordering moet de uitspraak een beslissing geven over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.