Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91
Artikel 6 Vertraging
Geldend
Geldend vanaf 17-02-2005
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2021, L 420).
- Bronpublicatie:
11-02-2004, PbEU 2004, L 46 (uitgifte: 17-02-2004, regelingnummer: 261/2004)
- Inwerkingtreding
17-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2004, PbEU 2004, L 46 (uitgifte: 17-02-2004, regelingnummer: 261/2004)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Wanneer een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs kan verwachten dat die vlucht een vertraging tot na de geplande vertrektijd oploopt, en wel
- a)
van twee uur of meer voor alle vluchten van 1 500 km of minder,
- b)
van drie uur of meer voor alle vluchten binnen de Gemeenschap van meer dan 1 500 km en voor alle andere vluchten tussen 1 500 en 3 500 km, of
- c)
van vier uur of meer voor alle vluchten die niet onder a) of b) vallen,
wordt de passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, bijstand geboden als bedoeld in
- i)
artikel 9, lid 1, onder a), en artikel 9, lid 2, en
- ii)
artikel 9, lid 1, onder b), en artikel 9, lid 1, onder c), in geval de vertrektijd, naar redelijkerwijs wordt verwacht, ten vroegste daags na de geplande vertrektijd is, en
- iii)
artikel 8, lid 1, onder a), in geval van een vertraging van ten minste vijf uur.
2.
In ieder geval volgt de aanbieding van de bijstand binnen de in dit artikel voor iedere vluchtafstand bepaalde tijdspanne.