Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91
Artikel 11 Personen met beperkte mobiliteit of met bijzondere behoeften
Geldend
Geldend vanaf 17-02-2005
- Bronpublicatie:
11-02-2004, PbEU 2004, L 46 (uitgifte: 17-02-2004, regelingnummer: 261/2004)
- Inwerkingtreding
17-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2004, PbEU 2004, L 46 (uitgifte: 17-02-2004, regelingnummer: 261/2004)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Luchtvaartmaatschappijen die een vlucht uitvoeren, geven voorrang aan personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders of officiële geleidehonden, alsmede aan alleenreizende kinderen.
2.
In geval van instapweigering, annulering of enigerlei vertraging hebben personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders, alsmede alleenreizende kinderen, er recht op dat de in artikel 9 bedoelde bijstand hun zo spoedig mogelijk wordt geboden.