NJB 2019/2794:Ontneming van wederrechtelijk voordeel verkrijgen uit andere feiten dan het bewezenverklaarde feit: de inwerkingtreding op 1 juli 2011 van art. 36e lid 1 Sr in zijn huidige vorm, waarin het vereiste dat een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld is vervallen, houdt een uitbreiding in van de toepasselijke regels van sanctierecht. Indien het misdrijf waarvoor de betrokkene is veroordeeld mede is begaan vóór 1 juli 2011 en niet is gebleken dat jegens de betrokkene een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld, dient art. 36e lid 1 Sr in zijn huidige vorm buiten toepassing te blijven. In casu sprake van een ontoereikende motivering door het hof