FED 2018/141
Een feitelijke bestuurder kan niet aansprakelijk gesteld worden op grond van art. 33 Invorderingswet 1990
HR 06-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1112, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juli 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
17/03101
- Noot
E. Thomas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS274139:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1112, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:427, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2018
- Wetingang
Art. 33 Invorderingswet 1990
Essentie
Een feitelijke bestuurder kan niet aansprakelijk gesteld worden op grond van art. 33 Invorderingswet 1990
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt in de onderhavige uitspraak:
I Een feitelijke bestuurder kan niet ex. art. 33 Invorderingswet 1990 aansprakelijk worden gesteld (r.o. 2.3);
II Voor aansprakelijkstelling als bestuurder ex. art. 33 Invorderingswet 1990 is de inschrijving in het Handelsregister (of een daarmee vergelijkbare buitenlandse equivalent) niet bepalend c.q. beslissend (r.o. 2.4).
Uitspraak
In geschil is of belanghebbende voor de periode 1 januari 2010 t/m 31 januari 2013 voor de nageheven loonheffing en omzetbelasting terecht ex. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.