NJB 2015/2120
Toevoeging raadsman art. 41 lid 1 aanhef en onder b Sv: ingevolge deze bepaling dient op ambtshalve last van de zittingsrechter aan de verdachte die geen raadsman heeft een raadsman te worden toegevoegd wanneer hoger beroep is ingesteld tegen het eindvonnis in eerste aanleg en het een zaak betreft waarin zijn voorlopige hechtenis is bevolen. Dit in het belang van de verdachte gegeven voorschrift is van zo grote betekenis dat, al wordt dit niet uitdrukkelijk in de wet bepaald, de niet-nakoming daarvan aan een geldige behandeling ter terechtzitting in de weg staat
HR 17-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3324
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 november 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/04692
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3324, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2268, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2015
- Wetingang
(Sv art. 41)
Essentie
Toevoeging raadsman art. 41 lid 1 aanhef en onder b Sv: ingevolge deze bepaling dient op ambtshalve last van de zittingsrechter aan de verdachte die geen raadsman heeft een raadsman te worden toegevoegd wanneer hoger beroep is ingesteld tegen het eindvonnis in eerste aanleg en het een zaak betreft waarin zijn voorlopige hechtenis is bevolen. Dit in het belang van de verdachte gegeven voorschrift is van zo grote betekenis dat, al wordt dit niet uitdrukkelijk in de wet bepaald, de niet-nakoming daarvan aan een geldige behandeling ter terechtzitting in de weg staat
Uitspraak
Inleiding:
Het middel bevat ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.