NJ 2010/562
Onder ‘overbrenging van afvalstoffen’ in art. 26, eerste lid, EVOA moet worden verstaan het vervoer van afvalstoffen dat plaatsvindt of gepland is plaats te hebben.
HR 12-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4106
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/05020
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BM4106
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM4106, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM4106, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2010
- Wetingang
Essentie
Het middel strekt ten betoge dat ‘'s Hofs feitelijke vaststelling (…) dat de twee containers op 25 mei 2004 zijn verscheept met als bestemming Maleisië’ onverenigbaar is met de bewezenverklaring voor zover inhoudende dat die containers op 5 april 2004, althans in april 2004, naar Maleisië zijn overgebracht. Het middel berust aldus op de opvatting dat onder ‘overbrenging van afvalstoffen’ in art. 26, eerste lid, EVOA niet is begrepen gepland vervoer van afvalstoffen. Die opvatting steunt op een te beperkte uitleg van het begrip ‘overbrenging van afvalstoffen’ in art. 26, eerste lid, EVOA.