NJB 2009, 1425:Eiswijziging. In een verzoekschriftprocedure, waarin verweerder in twee feitelijke instanties niet is verschenen, wijst het hof een ter terechtzitting in hoger beroep vermeerderde eis toe. HR: Art. 130 lid 3 bepaalt dat indien een partij niet in het geding is verschenen, een verandering of vermeerdering van eis tegen die partij is uitgesloten, tenzij de eiser de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. Dit betekent voor de overeenkomstige toepassing van art. 130 lid 3 op de verzoekschriftprocedure dat in elk geval alle in de procedure eerder opgeroepen, maar niet verschenen belanghebbenden opnieuw dienen te worden opgeroepen, met opgave van de verandering of vermeerdering van het verzoek.

NJB 2009, 1425

Eiswijziging. In een verzoekschriftprocedure, waarin verweerder in twee feitelijke instanties niet is verschenen, wijst het hof een ter terechtzitting in hoger beroep vermeerderde eis toe. HR: Art. 130 lid 3 bepaalt dat indien een partij niet in het geding is verschenen, een verandering of vermeerdering van eis tegen die partij is uitgesloten, tenzij de eiser de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. Dit betekent voor de overeenkomstige toepassing van art. 130 lid 3 op de verzoekschriftprocedure dat in elk geval alle in de procedure eerder opgeroepen, maar niet verschenen belanghebbenden opnieuw dienen te worden opgeroepen, met opgave van de verandering of vermeerdering van het verzoek.

Documentgegevens:

HR 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI3435

Instantie: Hoge Raad
Datum: 10 juli 2009
Magistraten: D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser;
Zaaknummer: 08/02681
Conclusie: A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
LJN: BI3435
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
EU-recht (V)
Personen- en familierecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BI3435, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI3435, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑06‑2008
Wetingang: EG-Betekeningsverordening art. 1 lid 2; Rv art. 130 lid 3, 283 en 362

Essentie

Eiswijziging. In een verzoekschriftprocedure, waarin verweerder in twee feitelijke instanties niet is verschenen, wijst het hof een ter terechtzitting in hoger beroep vermeerderde eis toe. HR: Art. 130 lid 3 bepaalt dat indien een partij niet in het geding is verschenen, een verandering of vermeerdering van eis tegen die partij is uitgesloten, tenzij de eiser de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. Dit betekent voor de overeenkomstige toepassing van art. 130 lid 3 op de verzoekschriftprocedure dat in elk geval alle in de procedure eerder opgeroepen, maar niet verschenen belanghebbenden opnieuw dienen te worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.