BNB 2015/173
Gebruik van bewijsmateriaal voor belastingheffing en boete-oplegging dat door strafrechter als onrechtmatig verkregen is aangemerkt. Betekenis van een beslissing van de strafrechter
HR 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:643, m.nt. G.J.M.E. de Bont
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 2015
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
13/03959
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
G.J.M.E. de Bont
- Bronvindplaats
(Kamerstukken II 1993-1994, 23 075, nr. 3, blz. 25-26)
- JCDI
JCDI:ADS172834:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:643, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:521, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑05‑2014
- Wetingang
Essentie
Gebruik van bewijsmateriaal voor belastingheffing en boete-oplegging dat door strafrechter als onrechtmatig verkregen is aangemerkt. Betekenis van een beslissing van de strafrechter
Samenvatting
Belanghebbende is strafrechtelijk vrijgesproken ter zake van de hem tenlastegelegde valsemunterij, deelname aan een criminele organisatie en (gewoonte)heling op de grond dat het bewijs verkregen door middel van de inzet van infiltranten buiten beschouwing moet blijven. Aan belanghebbende zijn navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen opgelegd die mede berusten op processen-verbaal die in de strafzaak voor het bewijs onbruikbaar zijn verklaard. Het Hof heeft beslist dat aan die stukken voor de navorderingsaanslagen en boeten betekenis kan worden toegekend, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.