Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
1.2.1.3 Steun voor de kosten van preventie, bestrijding en uitroeiing van dierziekten, plantenplagen en plagen van invasieve uitheemse soorten en steun voor het herstel van schade als gevolg van dierziekten, plantenplagen en invasieve uitheemse soorten
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2024
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
05-03-2024, PbEU C 2024, C/2024/1902 (uitgifte: 05-03-2024, regelingnummer: C/2024/1902)
- Inwerkingtreding
05-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2024, PbEU C 2024, C/2024/1902 (uitgifte: 05-03-2024, regelingnummer: C/2024/1902)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(359)
De Commissie zal steun voor de kosten van preventie, bestrijding en uitroeiing van dierziekten, plantenplagen en plagen van invasieve uitheemse soorten en steun voor het herstel van schade als gevolg van dergelijke dierziekten, plantenplagen en invasieve uitheemse soorten aanmerken als verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt c), als die steun in overeenstemming is met deel I, hoofdstuk 3, van deze richtsnoeren en met de in deze afdeling vermelde voorwaarden.
(360)
Deze afdeling is van toepassing op steun die wordt verleend aan ondernemingen die actief zijn in de primaire landbouwproductie.
(361)
De steun mag alleen worden betaald als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de steun heeft betrekking op een dierziekte, een plantenplaag of een plaag van een invasieve uitheemse soort waarvoor wettelijk, bestuursrechtelijk of administratief vastgestelde uniale of nationale voorschriften gelden;
- b)
die uniale of nationale voorschriften hebben betrekking op een van het volgende:
- i)
een uniaal, nationaal of regionaal openbaar programma ter preventie, bestrijding of uitroeiing van de betrokken dierziekte, plantenplaag of invasieve uitheemse soort;
- ii)
door de bevoegde autoriteit van de lidstaat opgelegde noodmaatregelen;
- iii)
overeenkomstig de artikelen 17 en 18, artikel 28, leden 1 en 2, artikel 29, leden 1 en 2, artikel 30, lid 1, en artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 uitgevoerde maatregelen om een plantenplaag uit te roeien of in te dammen;
- iv)
overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1143/2014 uitgevoerde maatregelen om een invasieve uitheemse soort uit te roeien of in te dammen.
(362)
De in punt (361), b), bedoelde programma's en maatregelen moeten een beschrijving bevatten van de betrokken preventie-, bestrijdings- of uitroeiingsmaatregelen.
(363)
De steun mag geen betrekking hebben op maatregelen waarvoor in de wetgeving van de Unie is bepaald dat de kosten daarvan door de begunstigde moeten worden gedragen, tenzij deze maatregelen volledig worden bekostigd uit de opbrengsten van aan de begunstigden opgelegde verplichte heffingen.
(364)
De steun moet rechtstreeks worden betaald aan de betrokken onderneming of aan een producentengroepering of -organisatie waarvan de onderneming lid is. Wanneer de steun aan een producentengroepering of -organisatie wordt betaald, mag het steunbedrag niet hoger zijn dan het steunbedrag waarvoor die onderneming in aanmerking komt.
(365)
Er mag geen individuele steun worden toegekend wanneer wordt geconstateerd dat de ziekte of de besmetting met de plantenplaag of de plaag van de invasieve uitheemse soort met opzet of door nalatigheid van de begunstigde werd veroorzaakt.
(366)
Wat dierziekten betreft, mag de steun worden verleend voor ziekten die zijn opgenomen in de lijst van dierziekten in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429, in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad (1) of in de lijst van dierziekten in de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid.
(367)
De steun kan ook worden toegekend voor nieuwe ziekten die voldoen aan de criteria van artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429.
(368)
De steunregelingen moeten worden ingesteld binnen drie jaar na de datum waarop de door de dierziekte, plantenplaag of invasieve uitheemse soort veroorzaakte kosten of verliezen zijn ontstaan. De steun moet binnen vier jaar na die datum worden betaald. Deze voorwaarden zijn niet van toepassing op de in punt (370) vermelde kosten.
(369)
In het geval van ex-anteregelingen moeten de lidstaten voldoen aan de rapportageverplichting die is vermeld in punt (651).
In aanmerking komende kosten
(370)
Bij preventiemaatregelen kan de steun de volgende in aanmerking komende kosten dekken:
- a)
kosten voor biobeveiligingsmaatregelen, onder meer om de introductie van invasieve uitheemse soorten te voorkomen;
- b)
kosten voor gezondheidsonderzoeken;
- c)
kosten voor analyses, waaronder in-vitrodiagnostiek;
- d)
kosten voor tests en andere screeningmaatregelen, waaronder TSE- en BSE-tests;
- e)
kosten voor de aankoop, opslag, verdeling en toediening van vaccins, geneesmiddelen, stoffen voor de behandeling van dieren en gewasbeschermingsmiddelen en biociden;
- f)
kosten voor de preventieve slacht of ruiming van dieren of de vernietiging van dierlijke producten en planten;
- g)
kosten voor de reiniging, ontsmetting of desinfestatie van het bedrijf en de uitrusting, op basis van de epidemiologie en de kenmerken van de ziekteverwekker of de vector.
(371)
Bij bestrijdings- en uitroeiingsmaatregelen kan de steun de volgende in aanmerking komende kosten dekken:
- a)
in het geval van dierziekten, kosten voor tests en andere screeningmaatregelen, waaronder TSE- en BSE-tests;
- b)
kosten voor de aankoop, opslag, verdeling en toediening van vaccins, geneesmiddelen, stoffen voor de behandeling van dieren en gewasbeschermingsmiddelen;
- c)
kosten voor de slacht of ruiming en vernietiging van dieren en de vernietiging van met die dieren verband houdende producten of de vernietiging van planten, met inbegrip van die welke sterven of worden vernietigd als gevolg van vaccinaties of andere maatregelen die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat zijn opgelegd, en de reiniging en ontsmetting of desinfestatie van het bedrijf en de uitrusting;
- d)
kosten voor de aankoop, opslag, verdeling en toediening van gewasbeschermingsmiddelen voor de bestrijding van invasieve uitheemse plantensoorten;
- e)
kosten voor de aankoop, opslag, verdeling en inzet van vallen of andere uitrusting voor de bestrijding van invasieve uitheemse diersoorten.
(372)
Steun in verband met de in de punten (370) en (371) bedoelde in aanmerking komende kosten moet in de vorm van gesubsidieerde diensten worden verleend en aan de aanbieder van de preventie-, bestrijdings- en uitroeiingsmaatregelen worden betaald, met uitzondering van de in punt (370), e), en punt (371), b), bedoelde in aanmerking komende kosten en de in punt (370), f), en punt (371), c), bedoelde in aanmerking komende kosten in geval van plantenplagen en voor het reinigen en ontsmetten van het bedrijf en de uitrusting. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan steun met betrekking tot andere in de punten (370) en (371) bedoelde kosten rechtstreeks aan een begunstigde worden betaald als vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten, na overlegging aan de steunverlenende autoriteit van een bewijs van de gemaakte kosten.
(373)
Bij steun voor het herstel van de schade als gevolg van dierziekten, plantenplagen of invasieve uitheemse soorten mag de vergoeding uitsluitend worden berekend op basis van:
- a)
de marktwaarde van de dieren die zijn geslacht of geruimd of zijn gestorven of van de met die dieren verband houdende producten of van de planten die zijn vernietigd:
- i)
als gevolg van de dierziekte, de plantenplaag of de plaag van een invasieve uitheemse soort;
- ii)
als onderdeel van een openbaar programma of een maatregel als bedoeld in punt (361), b);
- b)
het inkomensverlies als gevolg van quarantaineverplichtingen, moeilijkheden bij het herbevolken of heraanplanten en de verplichte vruchtwisseling die zijn opgelegd als onderdeel van een openbaar programma of een maatregel als bedoeld in punt (361), b).
(374)
Dat bedrag moet worden verlaagd met:
- a)
kosten die geen rechtstreeks gevolg zijn van de dierziekte, plantenplaag of invasieve uitheemse soort en anders voor rekening van de begunstigde zouden zijn;
- b)
inkomsten uit de verkoop van producten die verband houden met geslachte of geruimde dieren of met de planten die met het oog op preventie of uitroeiing op bevel van de bevoegde autoriteit van de lidstaat zijn vernietigd.
(375)
De in punt (373), a), bedoelde marktwaarde moet worden vastgesteld op basis van de waarde die de dieren, producten en planten hadden net voordat het vermoeden van de dierziekte of plantenplaag of van de plaag van een invasieve uitheemse soort ontstond of werd bevestigd.
(376)
Het in punt (373) bedoelde steunbedrag moet beperkt blijven tot de kosten en de schade als gevolg van dierziekten, plantenplagen en plagen van invasieve uitheemse soorten ten aanzien waarvan de bevoegde autoriteit van de lidstaat:
- a)
in het geval van een dierziekte, formeel heeft erkend dat zich een uitbraak heeft voorgedaan;
- b)
in het geval van een plantenplaag of een invasieve uitheemse soort, formeel de aanwezigheid ervan heeft bevestigd.
(377)
In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie instemmen met kosten die gemaakt worden bij de uitvoering van andere dan de in deze afdeling bedoelde noodzakelijke maatregelen.
Steunintensiteit
(378)
De steun en eventuele andere betalingen die de begunstigde voor dezelfde in aanmerking komende kosten ontvangt, waaronder betalingen op grond van andere nationale of uniale maatregelen of in het kader van een verzekeringspolis of onderlinge fondsen, mogen niet meer bedragen dan 100 % van de in aanmerking komende kosten.
Voetnoten
Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014, en (EU) nr. 652/2014 (PB L 153 van 3.5.2021, blz. 1).