RFR 2024/60
Kunnen eventuele schulden die voortvloeien uit de regeling kosten voor de huishouding worden meegenomen bij de berekening van de afrekening op grond van een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding?
HR 08-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:338
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
23/01395
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS959698:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:338, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1075, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑04‑2023
- Wetingang
Art. 1:141 lid 3 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Kunnen eventuele schulden die voortvloeien uit de regeling kosten voor de huishouding worden meegenomen bij de berekening van een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding?
Samenvatting
Partijen zijn op 22 augustus 1997 met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. In deze voorwaarden hebben partijen een periodiek verrekenbeding en een beding over de kosten van huishouding opgenomen. Gedurende de echtscheidingsprocedure zijn er geschillen ontstaan omtrent het niet-uitgevoerde periodiek verrekenbeding. Bij beschikking van 13 april 2021 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Voorts is bij die beschikking onder meer de wijze van verdeling van de eenvoudige gemeenschappen gelast en de afwikkeling van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.