NJB 2021/2291:Productaansprakelijkheid. Product. Vervaltermijn. Een heupprothese bestaat uit vier onderdelen (onder meer een kop en een kom), die elk op verschillende data in het verkeer zijn gebracht. Het hof overweegt dat het gestelde gebrek van de heupprothese veroorzaakt wordt door een combinatie van de kop en de kom en dat de vervaltermijn van de heupprothese daarom aanvangt met het in het verkeer brengen van de kom, die als laatste in het verkeer is gebracht. Hoge Raad: De vier onderdelen zijn ieder afzonderlijk een product in de zin van art. 6:187 BW. Het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de heupprothese een product is in de zin van art. 6:187 BW. De aansprakelijkheid voor schade die het gevolg ervan is dat de gebrekkige kom in contact komt met de kop, wordt niet verminderd door de omstandigheid dat de producent niet (meer) aansprakelijk is voor de kop.