V-N Vandaag 2015/1185
In ‘Sarakreek-zaak’ volgens A-G rekening houden met interne royalty’s tussen hoofdhuis en v.i.
HR (A-G) 20-05-2015, ECLI:NL:PHR:2015:818
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
20 mei 2015
- Zaaknummer
14/05100
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Internationaal belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1031, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de afspraken binnen de f.e. over het gebruik van Z door de v.i., en de daarvoor verschuldigde royalty’s, zakelijk zijn. Volgens de A-G moet dan rekening worden gehouden met de royaltybetalingen vanuit de v.i.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, maakt onderdeel uit van de A-groep. In 1996 verwerft X bv voor bijna $ 63,5 mln het recht (usufruct) om een immaterieel activum (Z) vanaf 1 januari 1996 voor een periode van vijftien jaren commercieel te exploiteren. Vervolgens sluit X bv (franchise)overeenkomsten met (groeps)maatschappijen over het gebruik van Z, onder andere met de Spaanse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.