NJ 2023/100
Medeplegen van moord op echtgenoot. Onder andere klachten over gebruik onjuiste geoordeelde verklaringen van verdachte en het bewijs van medeplegen.
HR 20-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1250, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 september 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer, C. Caminada
- Zaaknummer
20/03966
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691311:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1250, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:433, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Medeplegen van moord op echtgenoot. Klacht over gebruik onjuist geoordeelde verklaringen van verdachte voor het bewijs slaagt niet omdat oordeel niet onbegrijpelijk is. Medeplegen van moord is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Het hof heeft op basis van locatiegegevens, camerabeelden en een getuigenverklaring vastgesteld dat twee verklaringen van de verdachte over door haar gemaakte ritten, onwaar zijn. De aanname van het hof dat de onwaarheid van de verklaringen die de verdachte heeft afgelegd verband houdt met andere gedragingen van de verdachte diezelfde dag is, gelet op diens vaststellingen dienaangaande, niet onbegrijpelijk. Voor zover het hof aan deze onwaarheden betekenis heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.