NJ 2012/385
Beklag. Belanghebbende niet gehoord. I.c. geen schending van belang.
HR 12-06-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW7955
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, J. de Hullu, N. Jorg
- Zaaknummer
11/03119 B
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BW7955
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW7955, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW7955, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2011
- Wetingang
Svart. 552a; EVRM art. 6 lid 3
Essentie
Beklag. Belanghebbende is niet gehoord voor de beslissing op het klaagschrift als bedoeld in art. 552a. In het midden kan blijven of de rechtbank de regels van het wettelijk systeem rond het hoorrecht (vgl. HR LJN ZC9634, NJ 1994/689) heeft miskend. De rechtbank heeft het klaagschrift nl. ongegrond verklaard omdat het belang van de strafvordering zich tegen teruggave van de inbeslaggenomen geldbedragen verzet, en heeft daarom niet de teruggave van die voorwerpen heeft bevolen. Klager kan dus door het gestelde verzuim niet in enig rechtens te respecteren belang zijn geschaad (vgl. HR ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.