RFR 2022/61
Procesrecht. Jeugdbescherming. Vingerwijzing naar handelen GI. Mag een rechter ambtshalve een dwangsom opleggen ter nakoming van een omgangsregeling?
Hof 's-Hertogenbosch 20-01-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:147
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
20 januari 2022
- Magistraten
Mrs. E.P. de Beij, C.D.M. Lamers, E.M.C. Dumoulin
- Zaaknummer
200.262.303_01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS644541:1
- Vakgebied(en)
Jeugdbeleid (V)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2022:147, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 20‑01‑2022
ECLI:NL:GHSHE:2021:140, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 21‑01‑2021
ECLI:NL:GHSHE:2020:1889, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 18‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Jeugdbescherming. Vingerwijzing naar handelen Gecertificeerde Instelling (GI). Actieve opvatting taak wordt verwacht.
Mag een rechter ambtshalve een dwangsom opleggen ter nakoming van een omgangsregeling? Dient voor de ambtshalve toepassing van dwangmiddelen onderscheid te worden gemaakt tussen het vaststellen van een zorgregeling (bij gezamenlijk gezag) en een omgangsregeling (bij éénoudergezag)?
Samenvatting
Partijen zijn de ouders van drie minderjarige kinderen, geboren in 2007, 2009 en 2011. Alleen de moeder is belast met het ouderlijk gezag over de kinderen. Aan het hof ligt de vraag voor of er een omgangsregeling tussen vader en de kinderen vastgesteld dient te worden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.