NJFS 2021/98
Vrijspraak niet melden meldingsplichtig voorval met betrekking tot drugsprecursoren; veroordeling ter zake art. 10a OW.
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
11 juni 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.G. Smit, A.R. Hartmann, J. Nederlof
- Zaaknummer
20-001493-18
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2020:1797, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 11‑06‑2020
- Wetingang
Art. 2, 8 EG-verordening 273/2004; art. 2 Wet misbruik chemicaliën; art. 10a Opw
Essentie
Opiumzaken. Misbruik chemicaliën. Aan verdachte wordt verweten dat hij opzettelijk de bevoegde instanties niet onverwijld in kennis heeft gesteld van een voorval met betrekking tot geregistreerde stoffen als omschreven in EG-verordening 273/2004 (Verordening) door grote hoeveelheden zwavelzuur en zoutzuur (drugsprecursoren) te vervoeren, te ontvangen, op te slaan of voorhanden te hebben. Verdachte is weliswaar aan te merken als een marktdeelnemer in de zin van de Verordening, echter, gelet op zowel de strekking van de Verordening als die van de delictsomschrijving van art. 8 lid 1 Verordening, zijn de aard van de feitelijk verrichte gedragingen van verdachte en de omstandigheden ...