Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2008/841/JBZ ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit
Artikel 4 Bijzondere omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 11-11-2008
- Bronpublicatie:
24-10-2008, PbEU 2008, L 300 (uitgifte: 11-11-2008, regelingnummer: 2008/841/JBZ)
- Inwerkingtreding
11-11-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2008, PbEU 2008, L 300 (uitgifte: 11-11-2008, regelingnummer: 2008/841/JBZ)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Iedere lidstaat kan de nodige maatregelen nemen om de in artikel 3 bedoelde sancties te kunnen verminderen of om de dader te kunnen vrijstellen van sancties indien hij bijvoorbeeld:
- a)
afziet van verdere criminele activiteiten, en
- b)
de administratieve of justitiële autoriteiten informatie verstrekt die deze niet op andere wijze hadden kunnen verkrijgen, en die hen helpt om:
- i)
de gevolgen van het strafbare feit te voorkomen, te beëindigen of te beperken;
- ii)
de andere daders te identificeren of hen voor het gerecht te brengen;
- iii)
bewijs te vergaren;
- iv)
de criminele organisatie illegale middelen of winsten uit criminele activiteiten te ontnemen, of
- v)
te voorkomen dat nieuwe strafbare feiten als bedoeld in artikel 2 worden gepleegd.