V-N 2015/10.16
Zweden hoeft valutakoersverlies op Britse dochtervennootschap volgens A-G HvJ EU niet in aftrek toe te laten
HvJ EU (A-G) 22-01-2015, ECLI:EU:C:2015:31, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
- Datum
22 januari 2015
- Zaaknummer
C-686/13
- Conclusie
A-G HvJ EU Kokott
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS920078:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2015:375, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑06‑2015
ECLI:EU:C:2015:31, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2015
- Wetingang
art. 49 VWEU
Essentie
A-G Kokott concludeert dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Zweden het valutakoersverlies niet in aftrek toelaat. X AB verwacht namelijk een verlies te lijden in verband met de beëindiging van de activiteiten van haar Britse dochtermaatschappij.
Samenvatting
Het Zweedse X AB richt in 2003 een Britse dochtervennootschap op (Y Ltd.). De aandelen van Y Ltd. worden in US-dollar (USD) uitgegeven. X AB is van plan om de activiteiten van Y Ltd. te beëindigen. Zij verwacht hierbij een valutakoersverlies te lijden dat op grond van de Zweedse belastingwetgeving niet aftrekbaar is. Omdat X AB van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.