RN 2017/72
Vereffening. Geldt de verlengde verjaringstermijn van art. 2:23c lid 2 BW jo. art. 3:320 BW enkel indien vereffening wordt heropend?
HR 30-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1182
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/00350
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926764:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1182, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:525, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2017
ECLI:NL:HR:2016:1512, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑12‑2015
- Wetingang
Essentie
Vereffening. Borgtocht. Verjaring.
Geldt de verlengde termijn van art. 2:23c lid 2 BW jo. art. 3:320 BW enkel indien vereffening wordt heropend?
Samenvatting
Rabobank heeft met Horeca Concept Building B.V. (hierna: de vennootschap) een financieringsovereenkomst gesloten, waarvoor eiser zich voor een maximum van € 100.000 borg heeft gesteld. De vennootschap is op 6 april 2005 in staat van faillissement verklaard. Op 2 maart 2006 is het faillissement bij gebrek aan baten opgeheven, waardoor de vennootschap heeft opgehouden te bestaan. Bij brieven van 19 en 29 december 2011 heeft Rabobank eiser aangemaand tot betaling van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.