AB 2016/308
Verplichting nationale rechter prejudiciële vraag te stellen bij voorlopige handhaving van met EU-recht strijdige nationale bepalingen.
HvJ EU 28-07-2016, ECLI:EU:C:2016:603, m.nt. R. Ortlep (Association France Nature Environnement)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
28 juli 2016
- Magistraten
R. Silva de Lapuerta, A. Arabadjiev, J.-C. Bonichot, C. G. Fernlund, E. Regan
- Zaaknummer
C-379/15
- Noot
R. Ortlep
- Roepnaam
Association France Nature Environnement
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924283:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:603, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 28‑07‑2016
ECLI:EU:C:2016:309, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2016
- Wetingang
Art. 267 VWEU; Richtlijn 2001/42/EG
Essentie
Verplichting nationale rechter prejudiciële vraag te stellen bij voorlopige handhaving van met EU-recht strijdige nationale bepalingen.
Samenvatting
Een nationale rechterlijke instantie mag, wanneer het nationale recht dit toestaat, bij uitzondering en per geval, bepaalde gevolgen van een verklaring dat een bepaling van nationaal recht die is vastgesteld in strijd met de verplichtingen van richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s, meer bepaald die van artikel 6, lid 3, ervan, onrechtmatig is, in de tijd beperken, mits ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.