Rb. 's-Hertogenbosch, 28-11-2012, nr. 244606 / HA ZA 12-256
ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4266
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
28-11-2012
- Zaaknummer
244606 / HA ZA 12-256
- LJN
BY4266
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4266, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 28‑11‑2012; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2016:2350
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2019:4535
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2016:617
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2015:4428
Uitspraak 28‑11‑2012
Inhoudsindicatie
Korte samenvatting: Incident. 843a Rv.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 244606 / HA ZA 12-256
Vonnis in incident van 28 november 2012
in de zaak van
de stichting
STICHTING TWEESTEDEN ZIEKENHUIS,
gevestigd te Tilburg,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALERT LIFE SCIENCES COMPUTING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. rechtspersoon naar Portugees recht
ALERT LIFE SCIENCES COMPUTING S.A.,
gevestigd te Vila Nova de Gaia (Portugal),
gedaagden in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. F. van der Woude te Amsterdam.
Partijen zullen hierna TSz en Alert c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding
- -
de incidentele conclusie inhoudende een vordering ex artikel 843a Rv
- -
de incidentele conclusie van antwoord
- -
een brief van 25 oktober 2012 zijdens Alert c.s. waarbij producties 3 t/m 8 zijn toegezonden.
1.2.
Partijen hebben bij pleidooi, aan de hand van pleitaantekeningen, hun standpunten toegelicht.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1.
Alert c.s. vordert TSz te veroordelen afschrift dan wel inzage aan Alert c.s. te verstrekken van (kort gezegd):
- -
het audit rapport van Ernst & Young (hierna: rapport E&Y)
- -
de notulen van de stuurgroep vergadering van 18 april 2011 en alle documenten die tijdens deze vergadering zijn besproken
- -
de notulen van de besprekingen van de ziekenhuizen in de periode tussen 31 maart 2011 t/m 2 november 2011 die betrekking hebben op Alert c.s., waaronder, maar niet beperkt tot, de notulen van de bespreking van 31 maart 2011,
een en ander binnen 1 dag na het in deze te wijzen vonnis en op straffe van verbeurte van een dwangsom.
De vordering ten aanzien van het rapport E&Y is bij pleidooi ingetrokken.
TSz voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden afgewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering niet kunnen dragen.
Artikel 843a Rv bepaalt, voor zover hier van belang, dat hij die daarbij een rechtmatig belang heeft afschrift of inzage kan vorderen van bepaalde bescheiden. Een rechtmatig belang van Alert c.s. bij een afschrift of inzage in de genoemde stukken ontbreekt naar het oordeel van de rechtbank.
Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
2.2.1.
Ten aanzien van de notulen van de stuurgroep vergadering van 18 april 2011 c.a.
Alerst c.s. stelt dat het maandelijks overleg van de stuurgroep heeft plaatsgevonden buiten aanwezigheid van Alert c.s. (hoewel Alert c.s. zitting had in die stuurgroep) en dat daarin de problemen zijn besproken die (ook) bij de andere ziekenhuizen (waar Alert c.s. de software implementeerde) zouden zijn ontstaan. Voorts stelt Alert c.s. dat TSz heeft toegezegd Alert c.s. te informeren over de resultaten van dat interne overleg, doch dat nooit heeft gedaan. Alert c.s. stelt dat dit overleg cruciaal was voor de koersbepaling van TSz in deze en dat de notulen van het overleg (en eventuele besproken stukken) duidelijk zullen maken welke gezichtspunten speelden bij de beoordeling van de contractuele relatie tussen partijen en inzichtelijk zullen maken welke externe factoren een rol speelden.
TSz stelt dat het overleg van 18 april 2011 in de plaats kwam van de eerder geagendeerde stuurgroepvergadering en dat er bewust voor gekozen is om Alert c.s. niet bij het overleg uit te nodigen omdat TSz intern in volledige beslotenheid wilde overleggen over de stand van zaken van het project teneinde haar gedachten te vormen en haar standpunt jegens Alert c.s. in deze te bepalen.
De rechtbank is van oordeel dat Alert c.s. onvoldoende heeft onderbouwd dat zij een rechtmatig belang heeft bij kennisneming van de gevraagde notulen en eventueel besproken stukken. Nu door Alert c.s. bovendien niet is aangegeven welke besproken stukken zij op het oog heeft, is ten aanzien daarvan ook niet voldaan aan het bepaalbaarheidsvereiste.
Dat Alert c.s. vermoedt of een indicatie heeft dat de notulen (en stukken) steun zouden kunnen geven aan het door haar te voeren verweer is onvoldoende om een rechtmatig belang aan te nemen. Dat TSz een beroep doet op de inhoud van die notulen (en stukken) ter onderbouwing van haar vordering is gesteld noch gebleken.
2.2.2.
Ten aanzien van de notulen van de bespreking van 31 maart 2011 c.a..
Alert c.s. stelt dat op 31 maart 2011 een bespreking heeft plaatsgevonden tussen alle Nederlands klanten van Alert c.s., het aannemelijk is dat er tussen 31 maart 2011 en 2 november 2011 meer besprekingen tussen de ziekenhuizen hebben plaatsgevonden, en het voor haar verweer van belang is kennis te nemen van hetgeen is besproken.
Ten aanzien van de notulen van eventueel plaatsgevonden hebbende besprekingen tussen 31 maart 2011 en 2 november 2011 geldt dat niet aan het bepaalbaarheidsvereiste wordt voldaan nu niet duidelijk is of en zo ja wanneer besprekingen hebben plaatsgevonden.
Voor de notulen van 31 maart 2011 geldt dat dit een intern document is van de gezamenlijke klanten van Alert c.s.. Niet in te zien valt dat, zoals Alert c.s. aanvoert, voor de beoordeling van de rechtsverhouding tussen partijen van belang is wat de gezamenlijke strategie van de gezamenlijke klanten van Alert c.s. was en wat de invloed van externe factoren was op de individuele ontbindingen noch dat kennisneming van die stukken van belang is voor haar rechtspositie en/of zonder kennisneming van die stukken een behoorlijke rechtsbedeling niet is gewaarborgd.
Van een rechtmatig belang bij kennisneming daarvan aan de zijde van Alert c.s. is, naar het oordeel van de rechtbank, dan ook geen sprake.
2.3.
Alert c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
veroordeelt Alert c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van TSz tot op heden begroot op € 452,00,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 16 januari 2013 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2012.