RvdW 2024/228
Huwelijksvermogensrecht. Executiekortgeding. In bodemprocedure is in eerste aanleg gemeenschappelijke woning aan de vrouw toegedeeld, waarna de man woning aan haar heeft geleverd tegen betaling door de vrouw van helft van netto-waarde ervan en aflossing van volledige gezamenlijke hypotheekschuld door de vrouw. In hoger beroep is woning alsnog aan de man toegedeeld. Vraag welk bedrag de man bij levering van woning aan de vrouw dient te betalen; uitleg uitspraak in bodemprocedure. Motiveringsklachten.
HR 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:247
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2024
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/03555
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:247, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:770, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑09‑2023
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Executiekortgeding. In bodemprocedure is in eerste aanleg gemeenschappelijke woning aan de vrouw toegedeeld, waarna de man woning aan haar heeft geleverd tegen betaling door de vrouw van helft van netto-waarde ervan en aflossing van volledige gezamenlijke hypotheekschuld door de vrouw. In hoger beroep is woning alsnog aan de man toegedeeld. Vraag welk bedrag de man bij levering van woning aan de vrouw dient te betalen; uitleg uitspraak in bodemprocedure. Motiveringsklachten.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/03555
Datum 16 februari 2024
ARREST
In de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.