NJFS 2019/132
Voldoende inlichtingen over verdenking bij aanhouding; vrijspraak medeplegen oplichting CBR.
Hof Den Haag 27-02-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:474
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
27 februari 2019
- Magistraten
Mrs. A.J.M. Kaptein, M.J. de Haan-Boerdijk, B.P. de Boer
- Zaaknummer
22-002074-16
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:474, Uitspraak, Hof Den Haag, 27‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Mededeling rechten verdachte. Oplichting. Omkoping. Verdachte (voormalige rijschoolhouder) heeft een rijexaminator van het CBR herhaaldelijk betaald om leerlingen te laten slagen voor het rijexamen.
1. Richtlijn 2012/13 EU is voldoende geïmplementeerd in art. 27c Sv, in welk artikel onder meer wordt bepaald dat de verdachte bij zijn staandehouding of aanhouding wordt medegedeeld ter zake van welk strafbaar feit hij als verdachte wordt aangemerkt. Het de verdachte onverwijld inlichten over de tegen hem bestaande verdenking kan bij zijn aanhouding bestaan uit het (slechts) in korte bewoordingen aanduiden van de verdenking, terwijl op latere momenten gedurende de strafprocedure ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.