RFR 2020/17
Draagplicht kosten huishouding. Draagplicht schulden als inkomen en vermogen ontoereikend zijn om kosten huishouding te voldoen.
HR 04-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1532
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numan, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03265
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS183314:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1532, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:556, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Draagplicht kosten huishouding.
Hoe wordt de draagplicht voor schulden vastgesteld, indien inkomen en vermogen van beide partijen ontoereikend waren om kosten van huishouding te voldoen?
Samenvatting
Partijen huwden in 1999 onder huwelijkse voorwaarden. Daarin is ook een draagplichtregeling voor de kosten van de huishouding opgenomen, die grotendeels aansluit bij art. 1:84 BW en waarin is bepaald dat de kosten van de huishouding, ten laste komen van de inkomens van de echtgenoten in evenredigheid daarvan. Verder is in de huwelijkse voorwaarden bepaald dat de echtgenoot, die belasting betaalt wegens inkomen en/of vermogen van de andere echtgenoot, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.