Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking)
Artikel 43 Intrekking van vergunningen
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De bevoegde autoriteit mag de vergunning die overeenkomstig artikel 41 aan een onderneming van een derde land is verleend, intrekken indien deze onderneming:
- a)
binnen een termijn van twaalf maanden geen gebruik maakt van de vergunning, uitdrukkelijk te kennen geeft geen gebruik van de vergunning te zullen maken of tijdens de zes voorafgaande maanden geen beleggingsdiensten heeft verleend of beleggingsactiviteiten heeft verricht, tenzij de betrokken lidstaat voorschrijft dat in die gevallen de vergunning vervalt;
- b)
de vergunning heeft verworven door middel van valse verklaringen of op enige andere onregelmatige wijze;
- c)
niet meer voldoet aan de voorwaarden waarop de vergunning is verleend;
- d)
de overeenkomstig deze richtlijn vastgestelde en op ondernemingen van derde landen toepasselijke voorschriften betreffende de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening van beleggingsondernemingen op ernstige wijze en systematisch heeft overtreden;
- e)
in één van de gevallen verkeert waarin nationale voorschriften ten aanzien van buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallende aangelegenheden in intrekking voorzien.