RI 2020/32
Insolventieprocesrecht. Valt rectificatievordering onder overneming geding door curator?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/02469
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS197920:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:416, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:870, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2018
- Wetingang
Essentie
Insolventieprocesrecht.
Valt de rectificatievordering van gefailleerde onder het bereik van artikel 25 en artikel 27 Fw? Heeft de curator de procedure ook ten aanzien van deze rechtsvordering overgenomen? (Eiseres/BING)
Samenvatting
Voormalig burgemeester X heeft vorderingen ingesteld jegens Bureau Integriteit (hierna: BING) uit hoofde van schadevergoeding en rectificatie. Na de faillietverklaring van X heeft de curator van X de procedure in eerste aanleg overgenomen en voortgezet. De rechtbank heeft de vorderingen van X afgewezen. De curator heeft geen appel ingesteld. In het door X zelfstandig ingestelde appel heeft het hof X niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het ...