BNB 2016/28
Immateriëleschadevergoeding. Redelijke termijn. Compensatie door voortvarende behandeling Hof. Redelijke termijn in zaken met langere wettelijke beslistermijn
HR 30-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3173, m.nt. J.A. Monsma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. Koopman, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Van Hilten
- Zaaknummer
14/06107
- Noot
J.A. Monsma
- JCDI
JCDI:ADS922652:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen (V)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3173, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
- Wetingang
Art. 8:73 Awb
Essentie
Immateriëleschadevergoeding. Redelijke termijn. Compensatie door voortvarende behandeling Hof. Redelijke termijn in zaken met langere wettelijke beslistermijn
Samenvatting
In een WOZ-zaak heeft belanghebbende voor het eerst in hoger beroep aanspraak gemaakt op een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in de fase van bezwaar en beroep. Het Hof heeft geoordeeld dat tussen de indiening van het bezwaarschrift en de uitspraak van de Rechtbank 2 jaren, 5 maanden en 6 dagen zijn verstreken, waarvan de bezwaarfase 7 maanden en 14 dagen heeft geduurd. De beroepsfase besloeg 22 maanden, maar daarop moeten 4 maanden in mindering worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.