BNB 2012/200
Zaak Van Laarhoven. Forfaitaire bijtelling wegens privégebruik van een ondernemingsauto dient evenredig te zijn aan de omvang van dat privégebruik
HvJ EU 16-02-2012, ECLI:EU:C:2012:92, m.nt. C.J. Hummel (Van Laarhoven)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
16 februari 2012
- Magistraten
Mrs. Lenaerts, Malenovský, Silva de Lapuerta, Juhász, Šváby
- Zaaknummer
C-594/10
- Noot
C.J. Hummel
- LJN
BV6921
- Roepnaam
Van Laarhoven
- JCDI
JCDI:ADS911856:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Omzetbelasting / Vergoeding
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2012:92, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 16‑02‑2012
- Wetingang
Art. 15 lid 6 Wet OB 1968; art. 15 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968; art. 6 lid 2 onderdeel a, art. 11 letter A lid 1 onderdeel c, art. 17 lid 6 Zesde BTW-Richtlijn
Essentie
Zaak Van Laarhoven. Forfaitaire bijtelling wegens privégebruik van een ondernemingsauto dient evenredig te zijn aan de omvang van dat privégebruik
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2011/8c*.
Belanghebbende exploiteert een eenmanszaak. Tot zijn ondernemingsvermogen behoorden in 2006 twee personenauto’s, die hij zowel voor ondernemings- als voor privédoeleinden heeft gebruikt. Vanwege het privégebruik heeft belanghebbende de voorgeschreven correctie toegepast. Die bijtelling is sedert de inwerkingtreding van de Zesde richtlijn op 1 januari 1979 een aantal malen verhoogd. De Hoge Raad heeft de prejudiciële vraag gesteld of de standstill-clausule van art. 17 lid 6 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.