NJB 2020/2985
1. Mondelinge uitspraak rechtbank. Uit art. 8:67 Awb volgt niet dat de letterlijke tekst van de mondelinge uitspraak in het proces-verbaal moet worden opgenomen. Rechtbank mocht volstaan met het mondeling uitspreken van de beslissing en de gronden daarvan in het openbaar, om die gronden vervolgens in het proces-verbaal nader uit te werken. 2. Het in strijd met het derde lid van art. 8:61 Awb niet beslissen op een verzoek om een proces-verbaal van de zittingsaantekeningen op te maken, kan niet leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
18 november 2020
- Magistraten
Mr. Knol
- Zaaknummer
201909351/1/R2
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:2747, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 18‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
1. Mondelinge uitspraak rechtbank. Uit art. 8:67 Awb volgt niet dat de letterlijke tekst van de mondelinge uitspraak in het proces-verbaal moet worden opgenomen. Rechtbank mocht volstaan met het mondeling uitspreken van de beslissing en de gronden daarvan in het openbaar, om die gronden vervolgens in het proces-verbaal nader uit te werken. 2. Het in strijd met het derde lid van art. 8:61 Awb niet beslissen op een verzoek om een proces-verbaal van de zittingsaantekeningen op te maken, kan niet leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak
Uitspraak
Uitspraak op het hoger beroep van: ...