NJ 2019/137
Immuniteit van jurisdictie; ambtshalve toetsing in verstekzaken?; art. 6 en 23 VN-Verdrag inzake staatsimmuniteit; HR komt gedeeltelijk terug van HR 25 november 1994, NJ 1995/650, en 26 maart 2010, NJ 2010/526; prospective ruling. Immuniteit van executie.
HR 01-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3054, m.nt. A.I.M. van Mierlo
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 december 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/02408
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
A.I.M. van Mierlo
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43339:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Staatsrecht / Rechtspraak
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3054, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:990, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Immuniteit van jurisdictie; ambtshalve toetsing in verstekzaken?; art. 6 en 23 VN-Verdrag inzake staatsimmuniteit; HR komt gedeeltelijk terug van HR 25 november 1994, NJ 1995/650, en 26 maart 2010, NJ 2010/526; prospective ruling. Immuniteit van executie.
Samenvatting
Het aan staten toekomende recht op immuniteit van jurisdictie maakt onderdeel uit van het internationaal gewoonterecht, waarin niet is voorgeschreven op welke wijze in de nationale rechtsorde toepassing moet worden gegeven aan dat recht. De bepalingen van het (nog niet in werking getreden) VN-Verdrag inzake staatsimmuniteit behelzen een codificatie van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.