Einde inhoudsopgave
Scheepvaartverkeerswet
Artikel 52
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht komt niet overeen met de te wijzigen tekst. In werking getreden voor de zeehavengebieden Delfzijl-Eemshaven, Den Helder-Harlingen-Terschelling, Amsterdam-IJmond, Rotterdam-Rijnmond-Zuid-Holland-achterland en Scheveningen.
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 79 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35248)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2020, Stb. 2020, 378 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, onderdeel a, 9, tweede lid, 10, tweede en derde lid, artikel 11, eerste en tweede lid, 16a, dat niet uitsluitend bepalingen bevat ter implementatie van een besluit van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, wordt gelijktijdig in de Staatscourant bekend gemaakt en aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd.
2.
Gedurende 30 dagen vanaf de dag waarop de bekendmaking is geschied, kan een ieder met betrekking tot het ontwerp zijn zienswijze naar voren brengen bij Onze Minister.
3.
Binnen de in het tweede lid bedoelde termijn kan door of namens een der Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der Kamers van de Staten-Generaal de wens te kennen worden gegeven dat het in de maatregel te regelen onderwerp bij de wet wordt geregeld.
4.
In het geval, bedoeld in het derde lid, dienen Wij zo spoedig mogelijk een desbetreffend wetsvoorstel in.