Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Curaçao]
Artikel 56 [Transactiebevoegdheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2013
- Bronpublicatie:
24-04-2013, Publicatieblad van Curaçao 2013, 53 (uitgifte: 26-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2013, Publicatieblad van Curaçao 2013, 53 (uitgifte: 26-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Ten aanzien van feiten, met betrekking tot welk het proces-verbaal niet in handen van de officier van justitie is gesteld, vervalt het recht tot strafvordering indien vrijwillig wordt voldaan aan de voorwaarden welke de Directeur ter voorkoming van de strafvervolging heeft gesteld.
2.
Als voorwaarden kunnen worden gesteld:
- a.
betaling aan de openbare rechtspersoon Curaçao van een geldsom van ten minste NAf 100,-- en ten hoogste het maximum van de geldboete die voor het feit kan worden opgelegd;
- b.
afstand van voorwerpen die in beslag genomen zijn en vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer;
- c.
uitlevering, of voldoening aan de openbare rechtspersoon Curaçao van de geschatte waarde, van voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring;
- d.
voldoening aan de openbare rechtspersoon Curaçao van een geldbedrag gelijk aan of lager dan het geschatte voordeel - met inbegrip van besparing van kosten - door de verdachte verkregen door middel van of uit het strafbare feit;
- e.
het alsnog voldoen aan een bij de belastingverordening gestelde verplichting.
3.
De Directeur bepaalt telkens de termijn waarbinnen aan de gestelde voorwaarden moet zijn voldaan, en zo nodig tevens de plaats waar dat moet gebeuren.