Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Curaçao]
Artikel 49 [Delictsomschrijvingen]
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
27-12-2018, Publicatieblad van Curaçao 2018, 83 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-12-2018, terugwerkend tot: 01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-12-2018, Publicatieblad van Curaçao 2018, 83 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Degene die ingevolge de belastingverordening verplicht is tot:
- a.
het binnen een gestelde termijn doen van aangifte en dat niet binnen de gestelde termijn, onjuist of onvolledig doet;
- b.
het verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen, en deze niet, onjuist of onvolledig verstrekt;
- c.
het ter inzage verstrekken van gegevensdragers of de inhoud daarvan, en deze in valse of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking stelt;
- d.
het voeren van een administratie overeenkomstig de in de belastingverordening gestelde eisen, en een zodanige administratie niet voert;
- e.
het bewaren van gegevensdragers, en deze niet bewaart;
- f.
het naleven van een administratieve sanctie als bedoeld in artikel 28a, tweede lid, en dit niet doet;
- g.
het aanbieden van de identificatiebewijzen als bedoeld in artikel 40, vijfde lid, en dit niet doet;
- h.
het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 43, vijfde lid, en deze niet verleend;
- i.
het uitreiken van een factuur als bedoeld in artikel 44 en dit niet, dan wel niet conform de gestelde eisen doet;
- j.
het uitreiken van een kassabon als bedoeld in artikel 44a en dit niet, dan wel niet conform de gestelde eisen doet;
- k.
het verstrekken van de opgave, bedoeld in artikel 45, tweede, derde en vierde lid, en deze opgave niet verstrekt;
- l.
de vastlegging van de uiteindelijk gerechtigde of gerechtigden, bedoeld in artikel 45, zesde tot en met het elfde lid, het bewaren van een identificatiebewijs, bedoeld in artikel 45, twaalfde en dertiende lid, en het melden van de uiteindelijk gerechtigden aan een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen entiteit, bedoeld in artikel 45, vijftiende lid en dit niet, dan wel niet conform de gestelde eisen doet;
- m.
de verplichtingen, bedoeld in artikel 45a, eerste en tweede lid, en dit niet, dan wel niet conform de gestelde eisen doet
- n.
het vaststellen van de identiteit van de werknemer, bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel b van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976, en hieraan niet voldoet;
- o.
het voldoen aan artikel 19A, eerste lid, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 en hieraan niet voldoet;
- p.
het naleven van artikel 43, eerste tot en met het vierde lid, van de Landsverordening op de winstbelasting 1940 en dit niet, niet binnen de gestelde termijn, onvolledig of onjuist doet;
wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie of, indien het feit er toe strekt dat er te weinig belasting wordt geheven en de te weinig geheven belasting hoger is dan een geldboete van de vierde categorie, gestraft met ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven belasting, dan wel met beide straffen
2.
Degene die zich opzettelijk schuldig maakt aan een in het eerste lid omschreven strafbaar gesteld feit, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of een geldboete van de vijfde categorie of, indien het feit er toe strekt dat er te weinig belasting wordt geheven en de te weinig geheven belasting hoger is dan een boete van de vijfde categorie, met ten hoogste tweemaal het bedrag van de te weinig geheven belasting, dan wel met beide straffen.
3.
Het eerste en tweede lid blijven buiten toepassing indien degene op wie de verplichting rust alsnog een juiste en volledige aangifte doet of juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de Inspecteur de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden.
4.
Niet strafbaar is degene die de in artikel 40a bedoelde verplichting niet nakomt ten gevolge van een voor het niet in Curaçao gevestigde lichaam of de niet in Curaçao wonende natuurlijke persoon geldend wettelijk of rechterlijk verbod tot het verlenen van medewerking aan de verstrekking van de verlangde gegevens of inlichtingen of het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan.