NJB 2011, 1345
HR, 24-06-2011, nr. 10/04946
HR 24-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2292
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 juni 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/04946
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BQ2292
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ2292, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2292, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑11‑2010
- Wetingang
EVRM art. 5 lid 4; BW art. 3:303
Essentie
Belang bij rechtsmiddel. De kinderrechter verleent machtiging voor plaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. Het hof oordeelt dat de minderjarige geen belang heeft bij zijn hoger beroep omdat de duur van de machtiging inmiddels is verstreken.
HR: De HR komt terug van zijn ‘geen-belang’-rechtspraak. Aangenomen moet worden dat aan degene die een rechtsmiddel instelt tegen een tijdelijke maatregel als gevolg waarvan hem zijn vrijheid is ontnomen, zijn procesbelang niet behoort te worden ontzegd op de enkele grond dat de periode waarvoor die maatregel gold inmiddels is verstreken. Dat belang zal hem ook niet mogen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.