NJB 2013/1550:Spaarbeleg. In 1989-1998 heeft Spaarbeleg het beleggingsproduct KoersPlan gevoerd, waarbij een deel van de inleg werd aangewend als overlijdensrisicopremie. Het hof oordeelt dat voor de deelnemers niet duidelijk was hoe hoog die premie was, dat hierover geen wilsovereenstemming bestond en dat deze leemte in de overeenkomsten moet worden aangevuld doordat de in rekening gebrachte premie wordt vervangen door een op basis van een aanbeveling van de Ombudsman Financiële Dienstverlening vastgestelde lagere redelijke premie. HR: 1. Overeenkomst. Leemte. Maatstaf: Haviltex (zie hoofdtekst). Het oordeel van het hof dat sprake is van een leemte ter zake van een wezenlijk onderdeel in de overeenkomsten, getuigt niet van miskenning van de maatstaf en is niet onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd. Dit geldt ook ten aanzien van de deelnemers die een formulier hebben ingevuld waarop zowel de hoogte van de inleg als de hoogte van de spaarstorting was vermeld. Het oordeel van het hof dat Aegon (rechtsopvolgster van Spaarbeleg) de wijze van herberekening van de premie onvoldoende heeft bestreden, is niet onjuist of onbegrijpelijk. 2. Verjaring. Voor zover de vorderingen gericht zijn op nakoming, zien zij klaarblijkelijk op uitkeringen aan het einde van de looptijd van de overeenkomsten, welke uitkeringen pas op dat moment opeisbaar worden. In de feitelijke instanties heeft Aegon niet aangevoerd dat, daarvan uitgaande, sprake is van verjaring.