V-N 2019/35.4
Aandeelhouder kan verlies op middellijk gehouden lucratief belang niet in aftrek brengen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
17/05803
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS69378:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Resultaat uit overige werkzaamheden
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1228, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1175, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑10‑2018
- Wetingang
art. 3.92b, 3.95b en 4.47 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat bij de lucratiefbelangregeling geen rekening hoeft te worden gehouden met een negatief bedrag. Omdat er reeds in de VPB-sfeer en de ab-sfeer rekening mee wordt gehouden, wordt daarmee voorkomen dat verliezen dubbel in aanmerking worden genomen.
Samenvatting
De belanghebbende, X, houdt, via A bv en B bv, 10,47% van de aandelen in D bv. B bv heeft € 5,8 mln. voor deze aandelen betaald. X sluit een managementovereenkomst met B bv en D bv en een aandeelhoudersovereenkomst met een ‘ratchet’-bepaling. Naar aanleiding van een geschil wordt in 2011 besloten dat B bv haar aandelen ...