Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2223/96 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 20-12-1996
- Bronpublicatie:
25-06-1996, PbEG 1996, L 310 (uitgifte: 30-11-1996, regelingnummer: 2223/96)
- Inwerkingtreding
20-12-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-1996, PbEG 1996, L 310 (uitgifte: 30-11-1996, regelingnummer: 2223/96)
- Vakgebied(en)
Financiële dienstverlening (V)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Verordening van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,
Gezien de ontwerp-verordening die door de Commissie is ingediend,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Monetair Instituut (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
- (1)
Overwegende dat voor de uitvoering van en het toezicht op de Economische en Monetaire Unie behoefte bestaat aan vergelijkbare, actuele en betrouwbare informatie over de structuur en de ontwikkeling van de economische situatie in ieder land en/of iedere regio;
- (2)
Overwegende dat de Commissie moet bijdragen tot het beheer van de Economische en Monetaire Unie en met name aan de Raad verslag moet uitbrengen over de vooruitgang die de Lid-Staten hebben geboekt bij het nakomen van hun verplichtingen betreffende de totstandbrenging van de Economische en Monetaire Unie;
- (3)
Overwegende dat de economische rekeningen een basisinstrument zijn voor de analyse van de economische situatie van een land en/of een regio, voor zover ze zijn uitgewerkt op basis van dezelfde, niet voor verschillende uitleg vatbare beginselen;
- (4)
Overwegende dat de Commissie aggregaten van de nationale rekeningen voor de administratieve en met name budgettaire berekeningen dient te gebruiken;
- (5)
Overwegende dat in 1970 een administratief document met als titel ‘Europees stelsel van economische rekeningen’ (ESER) werd gepubliceerd, dat betrekking had op het door deze verordening bestreken gebied en dat door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen als enige instantie en onder zijn uitsluitende verantwoordelijkheid was opgesteld; dat dit document de voltooiing was van het werk dat gedurende verscheidene jaren door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek van de Lid-Staten werd verricht ter uitwerking van een systeem van nationale rekeningen dat beantwoordde aan de behoeften van de economische en sociale politiek van de Gemeenschap en dat het de Gemeenschapsversie vormde van het systeem van nationale rekeningen van de Verenigde Naties, dat tot dan toe in de Gemeenschap was gebruikt;
- (6)
Overwegende dat in 1979 een tweede druk van dit document werd gepubliceerd, waarin de oorspronkelijke tekst was bijgewerkt (hierna ‘ESER, 2e druk’, genoemd) (4);
- (7)
Overwegende dat de Statistische Commissie van de Verenigde Naties in februari 1993 het nieuwe systeem van nationale rekeningen (System of National Accounts (SNA)) heeft goedgekeurd, teneinde ervoor te zorgen dat de resultaten voor alle landen die lid zijn van de Verenigde Naties op mondiaal niveau vergelijkbaar zijn;
- (8)
Overwegende dat, op het gebied van de milieurekeningen, rekening moet worden gehouden met de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad ‘Richtsnoeren voor de Europese Unie inzake milieu-indicatoren en een groene nationale boekhouding’;
- (9)
Overwegende dat de Gemeenschap, op een wijze die beide partijen tot voordeel strekt, met derde landen, en met name met die welke deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (EER), samenwerkt;
- (10)
Overwegende dat een Europees rekeningensysteem moet worden ingevoerd ten behoeve van de Economische en Monetaire Unie en moet worden gebruikt voor de opstelling van de in communautaire besluiten voorgeschreven nationale en regionale rekeningen;
- (11)
Overwegende dat de resultaten van de rekeningen en tabellen van alle Lid-Staten, die volgens het met deze verordening ingevoerde systeem zijn opgesteld, op vaste tijdstippen door de Commissie ter beschikking van de gebruikers moeten worden gesteld, met name voor het toezicht op de economische convergentie en teneinde de grootst mogelijke coördinatie van het economisch beleid van de Lid-Staten te verzekeren;
- (12)
Overwegende dat het met deze verordening ingevoerde systeem geleidelijk in de plaats van alle andere systemen moet treden als referentiekader voor gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels, dat bestemd is voor de opstelling van de rekeningen van de Lid-Staten ten behoeve van de Gemeenschap en waarmee resultaten kunnen worden verkregen die van Lid-Staat tot Lid-Staat vergelijkbaar zijn;
- (13)
Overwegende dat deze statistische resultaten, met inachtneming van het doorzichtigheidsbeginsel, toegankelijk voor de burgers moeten zijn;
- (14)
Overwegende dat het met deze verordening ingevoerde systeem de aan de economische structuur van de Lid-Staten aangepaste versie van het SNA van de Verenigde Naties is en de opzet hiervan in acht moet nemen, zodat men de beschikking krijgt over informatie die vergelijkbaar is met die van de belangrijkste mondiale handelspartners;
- (15)
Overwegende dat niet alle groepen van statistische rekeningen en tabellen op hetzelfde moment behoeven te worden opgesteld en dat enkel de voor de behoeften van de Gemeenschap onontbeerlijke informatie op vaste tijdstippen statistisch bewerkt en aan de Commissie medegedeeld moet worden;
- (16)
Overwegende echter dat, in verband met de omvang en het belang van de bedoelde rekeningen, de gedetailleerdheid en de geografische draagwijdte, alsmede de huidige stand van zaken op statistisch gebied in de Lid-Staten, bij wijze van uitzondering tijdelijk langere termijnen voor de indiening van de gegevens worden toegestaan aan Lid-Staten waarvoor het objectief gezien onmogelijk is zich aan de in deze verordening voorgeschreven termijnen te houden;
- (17)
Overwegende dat een beslissing over de toerekening van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) op een later tijdstip moet worden genomen;
- (18)
Overwegende dat, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, de vaststelling van gemeenschappelijke statistische normen met het oog op de produktie van vergelijkbare informatie alleen op communautair niveau efficiënt kan plaatsvinden en dat de toepassing ervan in iedere Lid-Staat zal geschieden onder de verantwoordelijkheid van de organisaties en instellingen die met de samenstelling van de officiële statistieken belast zijn;
- (19)
Overwegende dat moet worden gezorgd voor een procedure om in samenwerking met het Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (CSP), dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom (5), de bepalingen in deze verordening aan te passen en bij te werken; dat deze aanpassingsprocedure zich beperkt tot wijzigingen die de eigen middelen niet doen toenemen;
- (20)
Overwegende dat het Comité statistisch programma en het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB), dat is opgericht bij Besluit 91/115/EEG (6), zich voor het ontwerp voor deze verordening hebben uitgesproken;
- (21)
Overwegende dat Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad van 13 februari 1989 betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (7) (BNPmp) bepaalt dat de vergelijkbaarheid van het BNPmp wordt gewaarborgd door inachtneming van de definities en registratieregels van het Europees stelsel van economische rekeningen; dat volgens Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (8) de indeling van de belastbare handelingen voor de berekening van het gewogen gemiddelde BTW-tarief wordt bepaald aan de hand van de nationale rekeningen die overeenkomstig het Europees stelsel van economische rekeningen zijn opgesteld en dat voor die besluiten, evenals in het kader van Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (9), Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (10) en Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline (11), een overgangsperiode dient te worden bepaald voor de toepassing van het met deze verordening ingevoerde systeem,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB nr. C 287 van 30. 10. 1995, blz. 114.
Advies uitgebracht op 21 juni 1995 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
PB nr. C 133 van 31. 5. 1995, blz. 2.
Europees Stelsel van Economische Rekeningen ESER, 2e druk, Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Luxemburg, 1979. (Nederlandstalige versie van 1984).
PB nr. L 181 van 28. 6. 1989, blz. 47.
PB nr. L 59 van 6. 3. 1991, blz. 19.
PB nr. L 49 van 21. 2. 1989, blz. 26. Richtlijn gewijzigd door de Toetredingsakte van 1994.
PB nr.L 155 van 7. 6. 1989, blz. 9.
PB nr. L 332 van 31. 12. 1993, blz. 7.
PB nr. L 293 van 12. 11. 1994, blz. 9.
PB nr. L 293 van 12. 11. 1994, blz. 14.