Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/788
Art. 81 lid 1 RO. WSNP. Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep. Ontbreken van gronden van beroep; art. 359 en 278 Rv.
HR 06-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1349
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 juni 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/01290
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1349, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:340, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2014
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. WSNP. Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep. Ontbreken van gronden van beroep; art. 359 en 278 Rv.
Partij(en)
Arrest in de zaak van:
- 1.
[verzoeker 1],
- 2.
[verzoekster 2], beiden te [woonplaats], verzoekers tot cassatie, adv: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Conclusie
Conclusie A-G mr. L. Timmerman:
1.
[Verzoeker] c.s. zijn door het gerechtshof Den Haag bij arrest van 4 maart 2014 niet-ontvankelijk verklaard in het door hen ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 3 december 2013. In dat vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.