Einde inhoudsopgave
Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2018
Artikel 71
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2018
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Inwerkingtreding
12-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Ter uitvoering van artikel 31, vierde lid, van verordening 2017/891 toont de producentenorganisatie het gebruik van duurzame productiemiddelen aan met behulp van een gebruiksadministratie per productiemiddel, tenzij de producentenorganisatie het gebruik van het productiemiddel op andere wijze aantoont ten genoegen van de minister.
2.
De producentenorganisatie geeft bij de indiening van het operationeel programma aan op welke wijze de gebruiksadministratie gevoerd gaat worden.
3.
De gebruiksadministratie registreert minimaal de volgende elementen:
- a.
het jaar;
- b.
het project;
- c.
de locatie;
- d.
het soort productiemiddel;
- e.
de aanschafdatum;
- f.
de leverancier, het merk, het type, het serienummer of registratienummer;
- g.
de hoeveelheid bewerkt of voorbereid product per dag waarvoor de producentenorganisatie is erkend;
- h.
de hoeveelheid bewerkt of voorbereid product per dag waarvoor de producentenorganisatie niet is erkend; en
- i.
de totale hoeveelheid bewerkt of voorbereid product per dag.
4.
De hoeveelheden bewerkt of voorbereid product, bedoeld in het derde lid, onderdelen g tot en met i, worden geregistreerd op:
- a.
productstromen op locatieniveau in geval van distributiecentra en gebouwen;
- b.
palletregistraties in geval van koelcellen; of
- c.
stuks, collie of kilogramregistraties, in geval van sorteerlijnen en verpakkingsmachines.
5.
De gebruiksadministratie wordt bij de indiening van de subsidieaanvraag, geaggregeerd per maand aan de minister overgelegd.
6.
In geval er geen subsidieaanvraag wordt ingediend, kan de minister de gebruiksadministratie opvragen gedurende de instandhoudingstermijn bedoeld in artikel 76.
7.
De minister kan, op eigen initiatief of op verzoek van een producentenorganisatie besluiten, in afwijking van het tweede, derde en vierde lid, andere voorschriften te stellen aan de gebruiksadministratie.