Einde inhoudsopgave
Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2018
Artikel 76
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2018
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Inwerkingtreding
12-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Ter uitvoering van artikel 31, vijfde lid, van verordening 2017/891 behoudt de eigenaar het eigendom en bezit van duurzame roerende productiemiddelen tot ten minste vijf jaar na ontvangst van de laatste subsidiebetaling voor de desbetreffende investering.
2.
Ter uitvoering van artikel 31, vijfde lid, van verordening 2017/891 behoudt de eigenaar het eigendom en bezit van duurzame onroerende productiemiddelen tot ten minste tien jaar na de factuurdatum van de laatste factuur en tot ten minste vijf jaar na ontvangst van de laatste subsidiebetaling voor de desbetreffende investering.
3.
Indien de producentenorganisatie of unie van producentenorganisaties aantoont dat de fiscale afschrijvingsperiode van duurzame onroerende productiemiddelen korter is dan de periode, bedoeld in het tweede lid, blijven duurzame onroerende productiemiddelen tot het einde van de fiscale afschrijvingsperiode in eigendom en bezit van de eigenaar.
4.
In afwijking van het tweede en derde lid wordt de opbrengst van duurzame onroerende productiemiddelen, zijnde bomen en meerjarige planten, geleverd aan de producentenorganisatie, unie van producentenorganisaties of dochteronderneming:
- a.
tot ten minste vijf jaar na ontvangst van de laatste subsidiebetaling voor de desbetreffende investering; of
- b.
indien de producentenorganisatie of unie van producentenorganisaties aantoont dat de fiscale afschrijvingsperiode van de boom of meerjarige plant korter is dan de periode, bedoeld in onderdeel a, tot ten minste het einde van de fiscale afschrijvingsperiode.
5.
Indien een producentenorganisatie, unie van producentenorganisaties of een dochteronderneming daarvan de eigenaar is van een duurzaam productiemiddel en een lid van de producentenorganisatie of de unie van producentenorganisaties de houder is van dat duurzame productiemiddel, geldt de termijn, bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, slechts voor het eigendom van het duurzame productiemiddel.