Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2020, 1 (uitgifte: 13-01-2020, kamerstukken: 35206)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-03-2020, Stb. 2020, 89 (uitgifte: 17-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Ten aanzien van de bijstand van een raadsman, de behandeling van de zaak door de rechtbank, de beraadslaging en de uitspraak zijn de artikelen 37, 38, 43 tot en met 45, 226, 260, eerste lid, 268, 269, vijfde lid, 271, 272, 273, derde lid, 274 tot en met 277, 279, 281, 286, 289, eerste en derde lid, 290 tot en met 301, 318 tot en met 322, 324 tot en met 327, 328 tot en met 331, 345, eerste en derde lid, 346, 357, 362, 363 en 365, eerste tot en met vijfde lid van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing.
2.
De in het eerste lid genoemde artikelen vinden geen toepassing voor zover deze betrekking hebben op een getuige wiens identiteit niet of slechts ten dele blijkt.