V-N 2017/20.9
Nieuw samenhangcriterium heeft onmiddellijke werking per 1 januari 2015
HR 07-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:607, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 april 2017
- Magistraten
Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
16/03436
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54827:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:607, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑04‑2017
- Wetingang
art. 8:75 Awb; art. 3 lid 2 BPB
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat toen de heer X op 2 oktober 2014 hoger beroep aantekende bij hem geen gerechtvaardigde verwachtingen konden bestaan omtrent de toekenning van een vergoeding van de proceskosten. Het hof heeft de samenhang terecht beoordeeld aan de hand van de per 1 januari 2015 geldende tekst van het Bpb.
Samenvatting
De heer X doet in 2011 bpm-aangifte en voldoet de belasting. Hij gaat ter zake op 2 oktober 2014 in hoger beroep. Volgens Hof Amsterdam hangt de onderhavige zaak samen met vijf andere zaken. Het per 1 januari 2015 aangepaste art. 3 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.