JWB 2008/145
Internationaal privaatrecht, overeenkomst, toepasselijk recht, verjaring
HR 28-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2726
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 maart 2008
- Zaaknummer
C06/318HR
- LJN
BC2726
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2726, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2726, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑10‑2006
- Wetingang
Art. 4 lid 2 EVO; art. 4 lid 4 EVO; art. 4 lid 5 EVO
Essentie
Internationaal privaatrecht, overeenkomst, toepasselijk recht, verjaring
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie heeft met de verweersters in cassatie in het kader van een project een overeenkomst gesloten. Partijen hebben geen schriftelijke overeenkomst gesloten. Partijen hebben wel gedurende een bepaalde periode uitvoering aan de afspraken gegeven. De eiseres tot cassatie heeft aan een der verweersters in cassatie een concept van een schriftelijke overeenkomst toegestuurd. Deze overeenkomst is door geen van de partijen ondertekend. De eiseres tot cassatie heeft een tweetal facturen aan een der verweersters in cassatie toegestuurd. Slechts een der facturen is betaald.
De eiseres tot cassatie heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.