NJB 2017/487
Caribische zaak. Griffierecht. Verval van het hoger beroep. Goede procesorde. Hoge Raad: Het hof heeft voorafgaand aan de pleidooien aan partijen te kennen gegeven dat het griffierecht niet tijdig was betaald en dat naar zijn voorlopig oordeel het hoger beroep was vervallen. In dit geval brengen de eisen van een goede procesorde niet mee dat het hof de sanctie van art. 270 lid 5 RvA (verval van het hoger beroep) buiten toepassing had moeten laten
HR 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:272
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/01438
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:272, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2016
- Wetingang
(art. 270 lid 5, art. 429o lid 1 RvA)
Essentie
Caribische zaak. Griffierecht. Verval van het hoger beroep. Goede procesorde. Hoge Raad: Het hof heeft voorafgaand aan de pleidooien aan partijen te kennen gegeven dat het griffierecht niet tijdig was betaald en dat naar zijn voorlopig oordeel het hoger beroep was vervallen. In dit geval brengen de eisen van een goede procesorde niet mee dat het hof de sanctie van art. 270 lid 5 RvA (verval van het hoger beroep) buiten toepassing had moeten laten
Partij(en)
A, adv. mr. A.H.M. van den Steenhoven, Reveillon c.s., adv. mr. F.E. Vermeulen.
Uitspraak
Procesverloop
A is in hoger beroep gegaan van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.