Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken
Artikel 2 [Verdeling kosten over afnemers]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 514 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 514 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
1.
De kosten van de Waarderingskamer komen ten laste van de afnemers. Het Rijk betaalt 25 percent, de gemeenten 50 percent en de waterschappen 25 percent.
2.
De kosten van de waardering komen ten laste van de afnemers.
3.
De waterschappen betalen aan het Rijk een vergoeding van € 21.810.013 voor het aandeel van de waterschappen in de kosten van de waardering.
4.
Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden regels gesteld omtrent de verdeling over de individuele waterschappen van hetgeen de waterschappen samen aan het Rijk vergoeden voor het aandeel van de waterschappen in de kosten van de waardering, alsmede omtrent het tijdstip van de betaling aan het Rijk. Daarbij wordt de in het derde lid bedoelde vergoeding van de waterschappen gedeeld door het totale aantal objecten in alle waterschappen samen en over de individuele waterschappen verdeeld naar rato van het aantal objecten in die individuele waterschappen. Jaarlijks doet de Unie van Waterschappen aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een opgave van het aantal objecten per individueel waterschap. Daarbij kan de Unie van Waterschappen uitgaan van het aantal objecten in een voorgaand jaar, gecorrigeerd met een volumeopslag.
5.
De gemeenten betalen aan de Waarderingskamer een vergoeding voor het aandeel van de gemeenten in de kosten van de Waarderingskamer.
6.
De Waarderingskamer stelt regels omtrent de verdeling over de gemeenten van de vergoeding voor het aandeel van de gemeenten in de kosten van de Waarderingskamer.