NJ 2015/139
Onvoldoende belang bij klacht dat afwijzing getuigenverzoek onbegrijpelijk is gemotiveerd.
HR 04-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3113, m.nt. P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/05521
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97202:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3113, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1947, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
Nu in de schriftuur niet wordt opgekomen tegen 's hofs oordeel dat de bewezenverklaring niet uitsluitend of overwegend op de verklaring van de aangever berust, noch tegen 's hofs oordeel dat de verklaring van X. op belangrijke punten wordt ondersteund door ander bewijsmateriaal, mist de verdachte een voldoende rechtens te respecteren belang bij zijn klacht dat het verzoek om X. als getuige te horen onbegrijpelijk gemotiveerd is afgewezen. Met zijn overwegingen heeft het hof immers als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat de verklaring van X., ook al heeft de verdediging hem niet ter terechtzitting van het hof als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.